Het gebouw van het treinstation Groningen
'Sinds 1866 moet de gemeente Groningen het doen met een stationsgebouw dat zelfs niet meer voldoet aan de meest bescheiden eisen van het reizende publiek. Niet alleen is het hele interieur veel te krap, waardoor mensen zich ophopen bij het pakken van plaatskaarten en geen zitplaats kunnen vinden in de wachtruimte, maar ook vanuit hygiënisch oogpunt laat het gebouw bijna alles te wensen over. .'
De voorzitter van de Kamer van Koophandel in Groningen had duidelijk behoefte aan een nieuw stationsgebouw toen hij dit schreef in 1889. In dezelfde brief, gericht aan de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, vroeg hij 'beleefd maar dringend' om de vervanging van het bestaande station.
1896 De Opening
Zeven jaar later, in 1896, werd het langverwachte station geopend. We gebruiken het nog steeds. Er is veel veranderd in het gebouw en de directe omgeving in de afgelopen 112 jaar. Toch is het oorspronkelijke ontwerp nog steeds duidelijk zichtbaar, vooral aan de buitenkant. Dankzij een grote restauratie sinds 1999 is ook een deel van het interieur teruggebracht naar zijn oorspronkelijke staat. De rijk gedecoreerde hal van het oude gebouw is nu een echte toeristische attractie geworden.
Als je via de hoofdingang naar binnen gaat en naar boven kijkt, kun je genieten van de prachtig beschilderde plafonds. Ook de kleurrijke tegels zijn erg mooi om te zien.
Aan de voorkant van het gebouw zie je een typisch Gronings kunstwerk: het Peerd van Ome Loeks. Het is in 1959 gemaakt door kunstenaar Jan de Baat en staat midden op het stationsplein. Volgens de overlevering is het beeld gemaakt als herinnering aan het renpaard van ene Lucas (Loeks) van Hemmen. Loeks was pikeur en eigenaar van café en stalhouderij De Slingerij in Groningen. Zijn paard kwam om in 1910. Toen de paardenslager het dier op kwam halen zongen een paar jongens: ’t Peerd van Ome Loeks is dood’. Dit was het begin van een bekend Gronings volkswijsje.